Vragen over treinen met gevaarlijke stoffen
Vragen over treinen met gevaarlijke stoffen
Gemeenten langs transportroutes voor gevaarlijke stoffen vrezen dat ze moeten afzien van veel nieuwbouwplannen, omdat de kans op ongelukken te groot wordt. Oorzaak zijn plannen van de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat om vervoerders van gevaarlijke stoffen - zoals ammoniak en brandbaar gas - op de weg en het spoor nagenoeg vrij baan te geven.
Ze mogen vaker treinen en vrachtwagens laten rijden, zolang zij zich houden aan afgesproken vaste routes. Dit blijkt uit nog vertrouwelijke stukken die het AD heeft ingezien. De grotere hoeveelheden leiden tot meer risico’s. (AD 26 januari 2006)
De SP fractie wil door het stellen van schriftelijke vragen van het college weten of zij op de hoogte is van de plannen van het ministerie om vervoerders van gevaarlijke stoffen nagenoeg vrij baan te geven. Ook wil de SP fractie van het college horen of de huidige afspraken rondom het vervoeren van gevaarlijke stoffen worden nageleefd, of deze afspraken voldoen en het college de huidige afspraken wil verscherpen om de risico’s die nog steeds bestaan te verkleinen. De SP fractie heeft de volgende vragen gesteld:
1. Is het college bekend met deze plannen? Indien het college niet bekend is met de plannen, wanneer stelt zij zich dan op de hoogte van deze plannen? Amersfoort is immers duidelijk belanghebbende in verband met de vele transporten gevaarlijke stoffen via onze stad.
2. Welke consequenties hebben de genoemde plannen voor Amersfoort? Is het college bereid de raad zo spoedig mogelijk van de genoemde plannen op de hoogte te stellen?
3. Heeft het college stappen ondernomen om bezwaar in te dienen?
4. Zo ja, welke?
5. Indien het college geen bezwaar heeft ingediend, waarom niet?
6. Volgens een afspraak tussen de regering en AKZO Nobel zouden de Chloortransporten van Hengelo naar Rotterdam per 1 januari 2006 stoppen. Is dit daadwerkelijk gebeurd?
7. Het college zou stappen ondernemen om te voorkomen dat treinen met gevaarlijke stoffen dicht langs de perrons geparkeerd zouden worden. Welke stappen heeft zij onder nomen bij Rijk, Provincie, NS Cargo, Prorail en anderen betrokkenen?
8. Hebben die stappen tot resultaat geleid?
Op vragen van GroenLinks in 2005 antwoordde het college o.a.
Voor het rangeeremplacement is in 1998 een Wet Milieubeheer-vergunning door de provincie Utrecht afgegeven, later aangevuld met andere vergunningen. De provincie is dus het bevoegd gezag. De milieueisen die gelden voor het rangeerdeel gelden niet voor het spoorwegdeel. Voor het rangeerdeel geldt in hoofdlijnen dat:
- een aantal gevaarlijke stoffen buiten bedrijfstijd op grotere afstand dan 100 m van woon-, werk - en recreatiebestemmingen moet blijven en sommige op een afstand groter dan 50 m,waarbij met “buiten bedrijfstijd” wordt bedoeld het moment waarop het rangeerproces wordt afgesloten tot het moment waarop daarmee weer een aanvang wordt gemaakt.Dit betekent dat het stilstaan van goederentreinen met gevaarlijke stoffen op het emplacement in principe is toegestaan, mits aan de gestelde eisen wordt volstaan.Wagons gevuld met chloor mogen niet op het emplacement worden toegelaten, maar worden wel vervoerd over het spoor.
Zaterdag 3 december 2005 is door de SP geconstateerd dat om10.00 uur ’s morgens een trein met wagons gevuld met chloroform stilstond op het station ‘Centraal’ in Amersfoort. De trein stond pal naast de passagierstreinen richting Amsterdam en Utrecht/Rotterdam, gedurende minimaal 15 minuten, maar mogelijk zelfs veel langer.
9. Is het college op de hoogte van het feit dat transporten met gevaarlijke stoffen nog steeds op station Amersfoort naast treinen voor personenvervoer geparkeerd worden?
10. Welke noodzaak bestaat er om deze goederentreinen te parkeren, daar waar zich veel passagiers bevinden?
11. Wat is de mening van het college hierover?
12. Is het college van plan haar mening hierover aan de provincie en ProRail bekend te maken en te eisen dat dit niet meer voorkomt?
13. Is het college met de Socialistische Partij van mening dat goederentreinen met gevaarlijke stoffen eigenlijk alleen ’s nachts zouden moeten rijden om stilstand in de bebouwde kom en de kans op calamiteiten te verminderen?
14. Is het college met de SP van mening dat productieprocessen zodanig zouden moeten worden ingericht dat zo weinig mogelijk transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en/of zodanig dat zo min mogelijk gevaarlijke stoffen nodig zijn?
15. Wil het college zich samen met andere gemeenten inspannen om dit te bevorderen?
16. Zouden de milieueisen die gelden voor het rangeerdeel van het emplacement niet ook moeten gelden voor het spoorwegdeel? Zo ja, wil het college hiervoor stappen nemen bij de landelijke overheid?
17. Is er een meldingsplicht bij de brandweer voor goederentreinen met gevaarlijke stoffen die langere tijd op het emplacement stilstaan? Zo niet, welke voorstellen heeft het college om dit in te voeren?
- Zie ook:
- Fractienieuws
- Chloortrein