h

Vragen SP fractie over -Asbest in de Rembrandt van Rijnschool-

23 februari 2006

Vragen SP fractie over -Asbest in de Rembrandt van Rijnschool-

De renovatie van de Rembrandt van Rijnschool werd eind 1992 door de Gemeente Amersfoort aanbesteed aan een aannemer. De uitvoering van de renovatie vond plaats in 1993. In februari 1993 werden er sloopwerkzaamheden verricht waarbij op de zolder van de school o.a. de scheidingswand werd verwijderd, die volgens een gemeentelijke medewerker asbesthoudend was. Een 49 jarige onderwijzer die daarbij aanwezig was overleed in 2002 aan de gevolgen van de longvlieskanker. Deze ziekte ontstaat na langdurige blootstelling aan asbest. De docent deed volgens zeggen regelmatig klusjes in de school, ook op de zolder van de school. Zie ook ook "Amersfoorter slachtoffer van gemeenteasbest". De SP fractie heeft de volgende schriftelijke vragen aan B&W gesteld:

1. Is het B en W bekend dat in de betreffende school asbesthoudende materialen waren verwerkt?

2. Is er voor de renovatie en gedeeltelijke sloop een onderzoek ingesteld naar mogelijke asbesthoudende materialen in de school. Zo ja, wat was de resultaat van het onderzoek? Indien niet, waarom niet?

3. Is er voor het verwijderen van materialen een sloopvergunning verleend en is er in die sloopvergunning melding gemaakt van mogelijke asbesthoudende materialen? Zo niet, waarom niet?

4. Was er destijds een aparte sloopvergunning noodzakelijk voor het verwijderen van asbesthoudende materialen? Zo ja, wat waren de betreffende voorwaarden voor de sloop van asbesthoudende materialen. Zo niet, waarom niet, het was immers ook toen bekend dat asbest een gevaarlijke stof was bij inademing.

5. Wat bepaalde de gemeentelijke bouwverordening op 1 januari 1993 t.a.v. het slopen van asbesthoudende materialen?

6. Is het Asbestverwijderingsbesluit 1993 van toepassing op de genoemde renovatie en sloop? Zo ja, is aan de bepalingen in dat besluit voldaan? Zo niet, waarom niet?

7. Was het slopen van asbesthoudende materialen zonder veiligheidsmaatregelen in de school niet in strijd met de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Woningwet?

8. Is het College er van op de hoogte dat de verzekeringsmaatschappij van de gemeente (Centraal Beheer) geen enkele poging heeft gedaan om met de familie tot een redelijke vergoeding te komen?

9. Is het mogelijk dat meer mensen in de school destijds in aanraking zijn geweest met asbesthoudende materialen?

10. Zo ja, is B en W bereid pogingen te doen om die mensen op te sporen en indien blijkt dat hun gezondheid schade heeft geleden, een passende vergoeding aan te bieden?

11. Waarom heeft de Gemeente Amersfoort de claim van de familie van het slachtoffer afgewezen en laat zij het tot een rechtszaak komen, hoewel met zekerheid kan worden vastgesteld dat het slachtoffer aan asbestose is overleden en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat het slachtoffer de ziekte alleen op de school kan hebben opgelopen?

12. Is er een inventarisatie van de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in openbare gebouwen in de Gemeente Amersfoort? Zo ja, wil het College die inventarisatie overleggen aan de Gemeenteraad en op korte termijn de noodzakelijke stappen bespreken?

13. Zo niet, is het College bereid tot een inventarisatie van de aanwezigheid van asbest in openbare gebouwen in Amersfoort? Indien het College daartoe niet bereid is, waarom niet? Indien zij wel tot deze inventarisatie bereid is, op welke termijn zal dit geschieden?

14. Is het College bereid na deze inventarisatie bereid tot de noodzakelijke passende maatregelen op korte termijn? Welke zullen deze maatregelen zijn?

Comite asbestslachtoffers

U bent hier