h

WMO en jurisprudentie

8 juli 2006

WMO en jurisprudentie

De SP heeft vragen gesteld over de WMO en de nog te vormen rechtspraak hiervoor. Aan het College is onder meer gevraagd of zij bereid is de sociaalste stad van Nederland te worden.

Onder de vragen vindt u de antwoorden van het College.

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. Uw college heeft via zijn wethouder H.van Daalen tijdens de presentatie van de start van de invoering van de WMO terecht gewezen op de jurisprudentie die voor een (groot)gedeelte inhoud zal gaan geven aan de WMO.

2. Is uw college van mening dat die jurisprudentie moet worden afgewacht tot anderen die maken of bent u van mening dat uw college die zelf kan maken door u nu al een duidelijke politieke koers te bepalen en uit te zetten.

3. Als u die jurisprudentie wilt afwachten wilt u dan gemotiveerd aangeven waarom u het heft niet in eigen hand wilt nemen voor zover de WMO die ruimte laat.

4. Als u die jurisprudentie niet wilt afwachten wilt u dan aangeven welke politieke keuze voor u richtinggevend is.

5. Kiest uw college voor het naadloos overgaan van de bestaande van toepassing zijnde wetgeving in de WMO en zo ja waarom.

6. Of kiest uw college voor degene die gebruik gaan maken van de WMO met als keihard uitgangspunt dat bij twijfel de gebruiker/aanvrager in het kader van de WMO altijd het voordeel van de twijfel krijgt daarmee Amersfoort op de kaart zettend als de stad met het grootste hart voor de minima.

7. Vindt uw college ook niet dat Amersfoort die prijs moet gaan binnenslepen na die van de stad met het beste Burgerjaarverslag en (wellicht)de groenste stad van Nederland.

Antwoorden van het College:
ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 11 juli 2006).
__________________________________________________________________________________
1. Betreft geen vraag maar een inleidende opmerking.

2. Wij zetten voor 2007 een koers uit die volgt uit het beleid in 2006. In 2007 ontwikkelen wij met actieve betrokkenheid van u, van burgers en van instellingen, een verdere inkleuring van het Wmo-beleid op de verschillende prestatievelden. Dit volgt uit de zorgvuldige en stapsgewijze invoering van de Wmo die aan u is voorgelegd in de Ronde van 20 juni jl. Wij wachten jurisprudentie niet af, maar verwerken die zo nodig wel.

3. Wij willen jurisprudentie niet afwachten.

4. Voor het komende jaar is de naadloze overgang van 2006 naar 2007 richtinggevend. Daarna is het beleidskader richtinggevend, zoals dat tot stand komt met actieve betrokkenheid van u, van burgers en van instellingen.

5. Ja, voor de overgang naar 2007 kiezen wij daarvoor om de volgende redenen:
• het biedt de meeste duidelijkheid aan zowel cliënten als uitvoerende organisaties, te meer daar het overgangsrecht zoals geregeld in de Wmo bepaalt dat bestaande cliënten maximaal één jaar hun oude rechten behouden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Wet voorzieningen gehandicapten.
• het biedt daardoor het minste risico op problemen bij de overgang naar de nieuwe situatie.
• het geeft ons de mogelijkheid ons te concentreren op het organiseren van de nieuwe taken in het kader van de Wmo.

Na 2007 is het beleidskader zoals dat tot stand komt met actieve betrokkenheid van u, van burgers en van instellingen richtinggevend.

6. Wij kiezen met de naadloze overgang voor een aanpak die burgers dezelfde rechten geeft als in 2006. Individuele aanvragen worden zorgvuldig behandeld. Zo nodig wordt een beroep gedaan op de hardheidsclausule in de verordening.

7. Prijzen zijn leuk, maar geen doel op zichzelf. Onze inzet is zorgvuldig beleid.

U bent hier