Amersfoort

De SP gaat op 8 april 2008 mondelinge vragen stellen over de bezwaarprocedure rondom Proef op de Hof.

In Stadsberichten van 28 december 2007 staat dat bezwaar kan worden aangetekend tegen de evenementenkalender.
De wethouder zegt in de raad van 8 januari 2008 dat de motie van de SP om de proef te verplaatsen naar een andere plek of datum voorbarig is aangezien belanghebbende tot 8-2-2008 de tijd hebben om bezwaar te maken.

De letterlijke tekst van de wethouder luidt als volgt:

'De belanghebbenden hebben het recht om tegen het collegebesluit bezwaar te maken/in beroep te gaan. De beroepstermijn verstrijkt op 8 februari 2008. De bezwaarschriftenprocedure is ervoor bedoeld om mensen de gelegenheid te geven om hun bezwaren mondeling of schriftelijk toe te lichten. Het college kan dan alsnog een andere afweging maken, nadere eisen stellen en tot besluitvorming komen. Er zijn bezwaarschriften binnengekomen en er kunnen er wellicht nog meer binnenkomen. In die zin is de motie ook qua tijd enigszins voorbarig'.

1. Gezien de publicatie en uitspraak in de raad, kan de wethouder zich voorstellen dat de klagers zich zwaar op de hak genomen voelen door de gemeente als tijdens de hoorzitting van 13 februari 2008 bij de start wordt verklaard door de secretaris dat bezwaarmaken geen zin heeft en alle bezwaarden niet ontvankelijk worden verklaard.

2. Zo ja, is dan een excuus van B&W hier niet op z'n plaats.

3. Wilt u de bezwaarmakers financieel schadeloos stellen voor de gemaakte kosten.

4. Hoe ziet de wethouder zijn uitspraak in de raad ten opzichte van het gestelde tijdens de hoorzitting.

5. Bent u het met de SP eens dat u met deze uitspraak de raad op het verkeerde been heeft gezet en dat daardoor de uitkomst van de discussie mogelijk is beinvloed.

6. Wanneer heeft de het college een ander inzicht verkregen over de te volgen bezwaarsprocedure. Wat is de reden dat de raad daar niet over is geinformeerd

Tijdens de vergadering van 8 januari 2008 heeft de wethouder gezegd: 'Politie en brandweer zijn van mening, dat het mogelijk is'.

7. Hoe verklaard u de ogenschijnlijke tegensteling met voorgaande uitspraak en de uitspraak in de beslissing op bezwaar dd 20 maart 2008 dat de horeca gelijk heeft als zij stelt dat de politie liever had gehad dat de Proef zou worden verplaatst.

8. Bent u bereid om het veiligheidsplan te overleggen aan de horecaondernemers. Zo nee, welke zwaarwegende argumenten liggen daar dan aan ten grondslag.

9. Gaat u nog overleggen met de horeca-vereniging van de Hof of laat u het op het aangekondigde kort geding aankomen?