h

Kredietcrisis: de antwoorden

19 oktober 2008

Kredietcrisis: de antwoorden

De beantwoording op de vragen van de SP over waar de gemeente Amersfoort zijn reserve geld heeft staan, waren snel beantwoord. Helaas was de beantwoording erg cryptisch. Na wat heen en weer gemail heeft de gemeentecontroller een brief aan de raad geschreven met een antwoord waar je wat aan hebt.

In het Parool van 13 oktober jl was te lezen dat twaalf gemeenten voor in totaal 58 miljoen euro hebben ondergebracht bij de genationaliseerde IJslandse bank Landsbanki, het moederbedrijf van het failliete Icesave. Daarnaast is ook bekend geworden dat de provincie Zeeland 5 miljoen euro heeft staan op een rekening bij het failliete Lehman Brothers.

Vraag 1: Heeft de gemeente Amersfoort geld uit staan bij “omgevallen” banken. Zo ja, om welk bedrag gaat het en bij welke banken is het uitgezet.

Antwoord 1:
Nee.

Vraag 2: Heeft de gemeente zijn uitstaande geld door de geldcrisis in waarde zien dalen. Zo ja, kunt u aangeven in een percentage (van het uitstaande bedrag) en absoluut bedrag hoeveel geld er is verloren

Antwoord 2:
De afgelopen jaren heeft de gemeente Amersfoort geen middelen belegd. Bij het bepalen van onze financieringsbehoefte (aantrekken van korte of langlopende leningen) anticiperen we op voorziene grote ontvangsten zodat we geen overtollige liquide middelen behoeven te beleggen.

Vraag 3: Wilt u aangeven waar (welke banken, instanties, etc.), hoeveel (per bank) en hoe (Obligaties, aandelen, spaarrekening,etc) u het geld heeft uitstaan.

Antwoord 3:
Er is geen sprake van belegging van overtollige middelen.

Geachte raadsleden,

Ik begrijp dat de beantwoording van de raadsvragen nieuwe vragen oproept. Ik kan me dat goed voorstellen. Toch is de beantwoording helemaal correct. Ik zal dat hierna toelichten. Overigens lijkt mij de begrotingstoelichting van a.s. dinsdag een goed moment om ook deze problematiek nog wat verder te bespreken.

In Amersfoort volgen we, binnen de afspraken zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut, al heel lang de beleidslijn dat we er voor zorg dragen dat er geen overtollige liquide middelen zijn. De afgelopen 10 jaren is dat in ieder geval ook steeds gelukt. Er is dus ook geen lijst te overleggen van banken en instellingen waar wij middelen hebben uitstaan. Die zijn er gewoon niet.

Hoe doen we dat?

We hebben een rekening-courant-overeenkomst met de BNG; tot een bedrag van de wettelijk toegestane kasgeldlimiet (voor Amersfoort ca 35 mln.) mogen we rood staan; dankzij deze rekening courant hebben we dus een behoorlijke speelruimte ten aanzien van liquide middelen. Dreigt de kasgeldlimiet te worden overschreden moeten we vaste, langlopende geldleningen aantrekken.
Vaste geldleningen trekken we meestal aan bij de BNG; de gemeente hoeft geen onderpand of hypotheek daarvoor te verstrekken; overheden zijn super-kredietwaardig en kunnen daarom zondermeer en zonder belemmering deze geldleningen te allen tijde aantrekken.
Reserves en eventueel aanwezige extra liquide middelen gebruiken we om onze eigen investeringen mee te financieren; we trekken daarvoor dus niet meteen een geldlening aan maar gebruiken eerst onze eigen middelen, oftewel: we besparen daarmee rente omdat we geen geldlening hoeven aan te trekken; met andere woorden: “we beleggen bij onszelf”.
Anders gezegd: we gebruiken onze eventuele extra liquide middelen om de overheidsschuld laag te houden en daarmee de rentelast zoveel mogelijk te beperken; overheden kunnen dat ook doen omdat immers steeds op elk gewenst moment alsnog liquide middelen in de vorm van geldleningen kunnen worden aangetrokken.

Ik hoop hiermee wat duidelijkheid te hebben gegeven. Mij persoonlijk verbaast het ook erg dat nu aan het licht komt dat overheden zoveel geld beleggen. Daarbij is wat mij betreft het probleem niet zozeer waar ze dat geld hebben belegd maar veel meer het feit dat men (overheids- c.q. belasting-)geld (langdurig) belegt in plaats van te gebruiken voor b.v. verkleining van de overheidsschuld (hetgeen belangrijke rente- en andere economische winsten oplevert).

De gemeentecontroller.

U bent hier