h

Wie is er door de Sociale Dienst “geschaduwd” zonder het te weten?

15 december 2009

Wie is er door de Sociale Dienst “geschaduwd” zonder het te weten?

Dit vraagt SP raadslid Geert Groeneveld aan het Amersfoortse College van B&W. Uit onderzoek van het College Bescherming Persoonsgegevens blijkt namelijk dat een groot aantal gemeenten zich niet houden aan de wettelijke verplichting om door de Sociale Recherche heimelijk geobserveerde personen over de observatie en de resultaten daarvan achteraf te informeren. Recente rapporten spreken zelfs van 17 van de 20 onderzochte gemeenten, waar deze informatieverplichting niet goed wordt nageleefd.

De SP vindt dit een zorgelijke ontwikkeling. Onderzoeken van de Sociale Recherche betekenen een grote inbreuk om de persoonlijke levenssfeer van burgers en dienen uiterst zorgvuldig en geheel in overeenstemming met de wettelijke bepalingen te worden gedaan. Daarom heeft de wetgever gemeenten verplicht om zowel mensen te melden dat zij onderwerp van een dergelijk onderzoek zijn geweest alsook hun te informeren over de resultaten. Uiteraard altijd achteraf, omdat onderzoeken anders geen zin hebben!

De SP wil van het gemeentebestuur van Amersfoort weten op welke wijze de Sociale Dienst hier dit beleid uitvoert. Ook wil zij horen welke criteria bij dergelijke onderzoeken gehanteerd worden en welke risicoprofielen er in dit kader gemaakt worden van mensen die cliënt zijn bij de Sociale Dienst.

De SP is tegen misbruik van sociale voorzieningen en dus voor strikt toezicht op een juiste besteding van gemeenschapsgeld. De rechten van burgers dienen daarbij echter volledig in acht genomen te worden!

Geert Groeneveld heeft hierover onderstaande vragen aan het College van B&W gesteld:

1. Is het College op de hoogte van het onderzoek van het College bescherming persoonsgegevens betreffende de informatieplicht ten aanzien van mensen die heimelijk zijn onderzocht door de sociale dienst.

2. Kunt aangeven hoeveel personen dit jaar onderwerp zijn geweest van een heimelijk onderzoek.

3. Welke criteria worden gebruikt door de sociale dienst om een heimelijk onderzoek op te starten.

4. Gebruikt de gemeente een zogenaamd “risicoprofiel” voor mensen die cliënt zijn bij de sociale dienst. Zo ja, welke criteria worden gebruikt om mensen een bepaald risicoprofiel toe te kennen en welke soorten risicoprofielen worden er gebruikt.

5. Zijn alle mensen die onderwerp van een heimelijk onderzoek zijn geweest, achteraf geïnformeerd over de heimelijke waarneming zoals is beschreven in de procesbeschrijving Heimelijke waarneming door sociale diensten. Zo nee, waarom niet, om hoeveel mensen gaat het en bent u van plan alsnog deze mensen te informeren.

Toelichting:

Bij een vermoeden van fraude met bijstandsuitkeringen kan de gemeente de sociale recherche een opdracht geven onderzoek te doen naar een uitkeringsontvanger of uitkeringsaanvrager. Tijdens dat fraudeonderzoek kan de sociale dienst gegevens vastleggen door eigen waarneming zonder de betrokkene daarvan op dat moment op de hoogte te stellen. Dit wordt heimelijke waarneming genoemd. Betrokkenen moeten na afloop van het fraudeonderzoek worden geïnformeerd over de heimelijke waarnemingen. Dit is ook opgenomen in de procesbeschrijving Heimelijke waarneming door sociale diensten, dat na overleg met branchevertegenwoordigers is vastgesteld in 2003 en in 2007 is aangepast en geactualiseerd.

De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) verplicht sociale diensten de personen die object zijn of zijn geweest van fraudeonderzoek waarin gebruik is gemaakt van heimelijke waarneming, hierover te informeren. In het dossier moet worden vastgelegd dat over de heimelijke waarneming is geïnformeerd. Uit eerder onderzoek van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) in 2006 bij tien gemeenten bleek dat regelmatig niet werd voldaan aan de naleving van de informatieplicht.

In het vervolgonderzoek, dit jaar, bij twintig gemeenten concludeert het CBP dat zeventien gemeentelijke sociale diensten de wettelijke regels omtrent de informatieplicht niet naleven. Dat wil zeggen dat zij mensen die heimelijk zijn gevolgd in het kader van fraudeonderzoek niet of niet aantoonbaar hebben geïnformeerd over het feit dat heimelijke waarneming heeft plaatsgevonden. Heimelijke waarneming door sociale diensten vormt een ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de geobserveerde burger. De persoonsgegevens die bij de waarneming zijn verzameld, worden gebruikt voor herbeoordeling van het recht op een uitkering. De gegevens kunnen ook een rol spelen bij toekomstige beoordelingen van degene die de uitkering ontvangt. De persoon die is onderworpen aan heimelijke waarneming heeft het recht te weten dát en waaróm heimelijke waarneming heeft plaatsgevonden en wat het resultaat is van het onderzoek. Zeventien van de twintig onderzochte gemeenten leven hun informatieplicht echter niet na, waardoor de betrokkenen niet op de hoogte zijn en zodoende hun rechten op het gebied van bescherming van persoonsgegevens niet kunnen uitoefenen. Gemeenten die hun handelwijze niet alsnog aanpassen, riskeren een last onder dwangsom.

U bent hier