Schriftelijke vragen over de WMO
Schriftelijke vragen over de WMO
Afgelopen zondag d.d. 23 december 2007 was er een verontrustende uitzending van Zembla op televisie.
In die uitzending kwamen m.n. ouderen aan het woord die – in het kader van de WMO - telefonisch waren geïndiceerd terwijl ze dit niet in de gaten hadden. Hen was gevraagd of ze zelf het huishouden konden doen of dat ze daarbij hulp nodig hadden. Menig ouder deed zich beter voor dan de feitelijke situatie is. Dit werd beaamd door thuiszorgindicaties. De consequentie van de telefonische indicatie was dat ouderen of geen hulp meer kregen of alpha-hulp, en geen gekwalificeerde hulp zoals een thuiszorgmedewerker, terwijl men die laatste echt nodig hadden.
De SP wil van het College het volgende weten:
1. Hoeveel mensen zijn m.i.v. de invoering van de WMO hun vertrouwde zorg kwijt geraakt? Hiermee wordt bedoeld; vertrouwde zorg die al enige tijd bij de cliënt in huis komt en een vertrouwensrelatie hebben opgebouwd. Kunt u percentages noemen?
2. Mochten er cliënten hun vertrouwde en gekwalificeerde hulp zijn kwijtgeraakt, wat is hiervan precies de reden?
3. Hoeveel indicaties gaan telefonisch? Wat zijn de uitkomsten van de telefonische indicaties? Krijgen cliënten vaker alpha-hulp toegewezen i.p.v. gekwalificeerde hulp?
4. Hoeveel mensen ontvangen nu alpha-hulp i.p.v. gekwalificeerde hulp? Wat is daarvan precies de reden?
5. Klopt het dat dementerende mensen en psychiatrische patiënten een indicatie voor alpha-hulp kunnen krijgen? Wat is hiervan de reden? Hoe kan dit?
6. Kan het college aangeven welke cliënten met welke beperkingen (lichamelijk, mentaal, verstandelijk) welke indicatie precies ontvangen?7. Is het ook in Amersfoort zo dat de gemeente minder geld uitgeeft aan de WMO dan is begroot? Hoe komt dat? En kan het College aangeven hoeveel men per saldo overhoudt vanuit de WMOgelden? Mocht de gemeente Amersfoort geld overhouden, waar wordt dit geld aan besteed?
Anya Wiersma, SP
26 december 2007
- Zie ook:
- Fractienieuws